zondag 22 januari 2017

Mijn eerste sinaasappel

                                                              


Het was een paar jaar na de oorlog dat sinaasappels weer verkrijgbaar waren in Nederland. Vermoedelijk was het in 1948 of 1949 dat ze voor de eerste keer bij ons op tafel kwamen. Mijn moeder vond dat we ze regelmatig moesten eten omdat het goed voor onze gezondheid zou zijn. Maar hoe krijg je je kinderen aan de sinaasappel als ze die voor het eerst zien.

Daar hadden ze wat op bedacht. Na een zondagse maaltijd bleef het toetje achterwege. In plaats van een puddinkje kregen we een sinaasappel, verklaarde mijn moeder plechtig. En mijn vader, aan het hoofd van de tafel, zou laten zien hoe je die vrucht te lijf ging.

Eerst rolde hij de sinaasappel tussen zijn handen en liet vervolgens zien hoe je met een mes de schil kerfde en die vervolgens pelde. Daarna verdeelde hij de ontblote vrucht in partjes. Achteraf terugkijkend vermoed ik dat mijn moeder een idee volgde uit de Beatrijs (de katholieke Libelle) dat de komst van nieuwe vruchten begeleidde. Afijn, de partjes lagen op het bord van mijn vader uitgesteld en wij wachtten op het moment suprême, vader eet een sinaasappel. 

Hij stak een partje in zijn mond en wat daarna volgde kan door de Beatrijs, het lijfblad van mijn moeder, niet zijn voorzien. Het eerst nog opgewekte gezicht van mijn vader verschrompelde. Hij kneep zijn ogen samen, trok zijn wangen in en zijn mond vertrok. “Jan, doe niet zo raar”, riep mijn moeder. Maar ons was duidelijk dat mijn vader leed en dat het lijden werd veroorzaakt door het partje sinaasappel in zijn mond. “En nu jullie”, riep mijn moeder, “trek je maar niks van je vader aan, want die stelt zich aan”.
Het werd een feest. Nadat het onze beurt was om een stukje in de mond te steken, leefde we ons uit in het trekken van verzuurde samengeknepen gezichten. Lachen geblazen natuurlijk, maar voor enkelen van ons was het vertrekken van ons gezicht geen grap. We leden hetzelfde lijden als onze arme vader. De sappen van het partje sinaasappel deed een aanval op onze zuurpapillen. Zeg maar een bombardement, want het was onverdraaglijk.

Als nooit eerder werd ik me er bij deze gelegenheid van bewust dat zure dingen nauwelijks verdraagbaar waren. De ellende daarvan is dat het niet zo maar door je omgeving wordt geaccepteerd. “Stel je niet zo aan”, kreeg ik regelmatig te horen. Pas veel later kwam ik achter de oorzaak. De verdeling van smaakpapillen op de tong is niet bij iedereen hetzelfde. De papillen voor ‘zuur’ liggen aan de zijkant van de tong. Vandaar dat je je wangen intrekt als je iets te zuur vindt. Sommige mensen, en bij mij is dat het geval, hebben een overmaat aan zuurpapillen. Zuur heeft dan een veel groter effect dan bij mensen die een normale verdeling van zuurpapillen hebben. De verdeling van smaakpapillen is genetisch bepaald. Ik ga er dus van uit dat veel meer Louters dat mee hebben gekregen en daardoor de neiging hebben om zuur te mijden.
Tot mijn ongeluk ben ik getrouwd met een vrouw die een verzaligd gezicht trekt als ze een net uitgeperste citroen gulzig naar binnen slorpt. Alleen het zien al bezorgt me rillingen. In de eerste jaren van ons inmiddels lange huwelijk vond ik de sla altijd te zuur, aan sinaasappels waagde ik me niet en van appels wilde ik eerst heel zeker weten dat ze zoet genoeg waren. Ze vond me maar een aansteller en het heeft enige jaren geduurd voor ze bereid was om mijn verhaal over smaakpapillen te geloven. Of ze het echt gelooft, weet ik nog steeds niet zeker. Maar als bijdrage aan  het in stand houden van ons lange huwelijk wordt de sla tegenwoordig bereid met een zoetige saus waarin een verre herinnering aan zuur nog een beetje aanwezig is. Zelfs nu nog gaat de eerste hap met wantrouwen. 

Het leven kan soms zuur zijn en je zuur opbreken als je in een omgeving verkeert waar zuur of zuur gemaakt voedsel lekker wordt gevonden. Op zo’n moment voel ik me als een blinde in een ziende wereld. Ze hebben zelden begrip. Wat voor hen lekker is, is voor mij te zuur. Mijn vader had dat al en ik denk nog regelmatig aan zijn vertrokken koppie.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten